Wat is smartengeld

Raakt u buiten uw schuld om bij een (bedrijfs)ongeval of verkeersongeluk betrokken dan heeft u door schuld van de andere betrokkene schade. De schade kan materieel van aard zijn, denk aan het verlies van inkomsten door arbeidsongeschiktheid of het maken van kosten voor bijvoorbeeld hulp in de huishouding of reparatiekosten aan een voertuig. Naast die materiële schade is er soms ook sprake van immateriële schade. U moet daarbij denken aan pijn of angst. Depressiviteit of slaapstoornissen. Voor beide soorten schade zult u een schadevergoeding willen ontvangen. In het geval van immateriële schade spreken we van smartengeld.

Volgens de Nederlandse wet kan smartengeld worden geëist in de volgende gevallen:

  • Bij lichamelijk of geestelijk letsel
  • Wanneer de betrokkene in zijn eer, goede naam of op een andere manier in zijn persoon is aangetast
  • Wanneer er sprake is van het doel om immateriële schade toe te brengen
  • Als er sprake is van de aantasting van de nagedachtenis van een familielid.

In het kort samengevat is smartengeld dus de financiële schadevergoeding voor leed, zoals psychische en emotionele schade, die u is aangedaan of dat nog komen gaat na een gebeurtenis, zoals bijvoorbeeld een ongeval. Hebben we het over leed dat nog gaat komen in de toekomst, dan noemen we dat gederfde levensvreugde.

Alleen de benadeelde persoon zelf kan smartengeld toegekend krijgen. Bent u niet de primair benadeelde persoon, maar bijvoorbeeld een getuige van een ernstig verkeersongeval en heeft u daaraan ernstig geestelijk letsel overgehouden, dan spreken we van shockschade. In het geval van affectieschade is er sprake van overlijden of het ernstig gewond raken van een directe naaste. In januari 2019 is er een nieuwe wet in werking getreden. Deze nieuwe wet maakt in sommig gevallen een vergoeding voor affectieschade mogelijk.

Hoogte van smartengeld

Het bepalen van de hoogte van het smartengeld is complex. De hoogte wordt mede bepaald door onder meer de volgende factoren:

  • Leeftijd; betreft het een oud of een jong persoon
  • Duur van de opnames in het ziekenhuis
  • Tijd dat het letsel duurt of heeft geduurd; enkele weken of bijvoorbeeld levenslang
  • Intensiteit van de behandelingen en doorgemaakte pijn, bijvoorbeeld gebroken arm of brandwonden
  • Lengte van de behandelingen; als in dagopname versus revalidatietraject van meerdere maanden
  • Of er beperkingen in de toekomst zijn
  • Het beroep van het slachtoffer
  • Mate van arbeidsongeschiktheid
  • Verdere beperkingen en omstandigheden

De Nederlandse wet geeft overigens geen specifieke leidraad over de hoogte van het smartengeld. Volgens de letter van de wet moet de hoogte naar “billijkheid” worden bepaald. Wat zoveel betekent als dat de vaststelling van de hoogte van het bedrag op gevoel gebeurd.

U kunt het smartengeld dus niet zelf berekenen. Als de aansprakelijke partij en het slachtoffer samen geen overeenstemming over de hoogte van het smartengeld kunnen bereiken, dan moet de hoogte van het smartengeld uiteindelijk door de rechter worden vastgesteld.

Rechters kijken bij het bepalen van de hoogte van het smartengeld vaak naar bedragen die in vergelijkbare zaken door andere rechters zijn toegekend, zodat ze toch kunnen zorgen voor enige consistentie.